Residence

Sieraden-ontwerper Hans Appenzeller over zijn inspiratie bronnen, zijn favoriete kunstcollectie, zijn meest geliefde stad, en andere fenomenen die hem bewegen en stimuleren. Hij is een van de gerenommeerde ontwerpers, interior-decorators en kunstexperts die op verzoek van Residence hun smaak presenteren.

Appenzeller, sinds 1969 sieraden – ontwerper, is heel tevreden weer terug te zijn in zijn geboortestad. In 1982 toog hij naar New York, op zoek naar een nieuw publiek voor zijn werk.

Op Madison Avenue en in Soho opende hij winkels, terwijl hij eens in de maand ook nog eens op en neer vloog naar Amsterdam om er zijn winkel op de Grimburgwal te leiden. Het bestaan als full time manager was slopend: ‘De huren in New York zijn zes keer zo hoog als hier: de druk stond permanent op de ketel. Het Amerikaanse publiek verlangt – anders dan in ons land – bovendien 100% service. Het thuis bezorgen van armbanden is niets extreems. Dat vergt enorm veel extra inzet.’ Maar de voornaamste reden om terug te keren was: ‘dat ik me niet meer bezig kon houden met wat ik echt leuk vind: ontwerpen’.

Enigszins opgelucht trok Hans de deur derhalve vier jaar geleden achter zich dicht, een enorme ervaring (en een enorm publiek) rijker. Sindsdien zij de Verenigde Staten voor hem een tweede vaderland. Op zijn lijstje van favoriete steden om te bezoeken staat New York daarom – samen met Londen en Barcelona – bovenaan. Die drie steden hebben met elkaar gemeen ‘dat je er heerlijk kunt winkelen, eten en rondwandelen. Vooral New York heeft een keur aan restaurants met uitsluitend health food op het menu.

Ik ben vegetariër en heb in Nederlandse restaurants nog wel eens het gevoel dat een maaltijd zonder vlees iets heel bijzonders is.’ In zijn favoriete stad om in te wonen, dineert Hans daarom bij voorkeur in het restaurant van Oibibio op de hoofdstedelijke Prins Hendrikkade.’ Een uitstekende kaart waarop ik alles kan bestellen. Bovendien is het vlak bij het station, zo dat ik daarna gemakkelijk op de trein naar mijn huis in Zandvoort kan stappen.’ Barcelona trekt hem vooral vanwege Gaudí. ‘Zijn architectuur is de resultante van een extremiteit, een onconventionaliteit die zijns gelijke niet kent.’ Evenzeer spreekt de designwinkel Vincon in die stad hem aan: ‘Alle gebruiksvoorwerpen die ze hebben, zijn doordacht vormgegeven, van stofzuiger tot lampekap.’